Na zijn afscheid in 1986 als hoogleraar dierkunde aan de Vrije Universiteit, maakte Jan Lever dagelijks urenlange wandelingen met zijn hond door Amsterdam-Zuid, zijn directe woonomgeving. Hij raakte gefascineerd door de enorme verscheidenheid aan soorten en varieteiten van de bomen in dit stadsdeel en besloot dit in kaart te brengen. Zoals dat van een systematisch biologisch onderzoeker verwacht mag worden, deed hij dat met grote nauwkeurigheid. In het boekje doet hij hier verslag van in de vorm van een viertal bomenwandelingen door Zuid, waaronder een wandeling door het Beatrixpark, waarbij de wandelaar uitleg krijgt over de bijzondere soorten, die hij/zij tegenkomt. In totaal worden 170 boomsoorten beschreven, waardoor Amsterdam-Zuid met recht een Arboretum genoemd mag worden. Met bomenregister en stratenindex.