Hoe zag in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw het lokaal bestuur in dorpen eruit? Vertrouwden de burgers de gemeente en omgekeerd? Welke kwesties speelden er en hoe pakten colleges van burgemeester en wethouders die aan? Huub Frencken zoekt het antwoord op die vraag door te beschrijven hoe zijn vader als burgemeester functioneerde in de dorpen Wessem en Voerendaal. Hij doet dat door die dorpen en de tijdgeest te schetsen; de onderlinge verhoudingen tussen de inwoners en de lokale bestuurders te typeren; en de rol van het levendige verenigings-leven, van de kerk en van de provincie te beschrijven. Al deze schetsen worden gelardeerd met tal van historische foto’s en tekeningen.
Hij beschrijft hoe Wessem er eind jaren veertig voorstond. Hoe het dorp herstelde van de oorlogsschade en hoe het van karakter veranderde. Een dorp waarin de hiërarchische verhoudingen en de rol van de katholieke kerk nog duidelijk aanwezig waren. Een dorp waaruit de koeienflatsen van de straten verdwenen doordat de gemeenschappelijke ‘koeweide’ werd verkaveld. Een dorp dat langzaam maar zeker de moderne tijd binnenstapte door de aansluiting op het gas- en waterleidingnetwerk en waarin moderne voorzieningen zoals een groene-kruis-gebouw en verzorgings-huizen verschenen.
Huub schetst ook hoe Voerendaal er eind van de jaren vijftig uitzag. Een dorp waarin geleidelijk steeds meer forensen kwamen wonen die elders in de regio, en vooral in de mijnen hun werk vonden. Mede daardoor was het noodzakelijk de scholen en allerlei andere voorzieningen op peil te brengen. Maar ook het landelijk gebied was aan verbetering toe, waarvan de ruilverkaveling in het Ransdalerveld het belangrijkste voorbeeld was. Dat project en allerlei maatregelen ten behoeve van het oprukkende toerisme en recreatie worden uitvoerig beschreven, waarbij ook de vermakelijke aanpak van een naturistenkamp en gemengd zwemmen aan de orde komt. Maar ook serieuzere kwesties als de handhaving van de openbare orde en de mijnschade passeren de revue. Huub geeft ook inzicht in de gang van zaken die leidde tot het pijnlijke afscheid van zijn vader als burgemeester.
Huub Frencken studeerde sociale economie en planologie. Zijn eerste baan vervulde hij bij de Rijksplanologische dienst, waar hij o.a. meewerkte in de staf van de stadsvernieuwer Jan Schaefer en aan de Vierde Nota ruimtelijke ordening. Na deelname aan allerlei projecten bij o.a. de provincie Zuid-Holland is hij gaan werken in Rotterdam, als projectleider en als adviseur van o.a. wethouder Kombrink en burgemeester Opstelten. Na zijn pensionering heeft hij voor Staatsbosbeheer gewerkt aan Radio Kootwijk en adviseerde hij een tiental projecten in ontwikkelingslanden. In zijn woonplaats Leiden houdt hij zich bezig met bewonersparticipatie en met allerlei groene en culturele activiteiten.