In 1962 wist ze via de rechter televisie-uitzending van haar oorlogservaringen voor altijd tegen te houden. Hella ten Cate Brouwer, de Leidse verzetsvrouw die door verraad in handen viel van de Sicherheitsdienst, alle schuld op zich nam, ter dood werd veroordeeld, maar gratie kreeg van Hitler op voorwaarde dat zij zich verdienstelijk zou maken voor de Duitse geheime dienst. Als eerste Nederlandse vrouw kreeg zij een opleiding tot spion aan de Duitse spionnenschool op het park van het Catshuis in Den Haag. Haar enige missie bracht haar naar Rome, waar ze een verhouding kreeg met Herbert Kappler, Hoofd van de Sicherheitsdienst in Rome. Toen zij de kans kreeg, stapte zij over naar de geallieerden. Oreste Pinto, de spionnenvanger van de Nederlandse geheime dienst, stelde na de oorlog alles in het werk om te voorkomen dat zij in Nederland strafrechtelijk zou worden vervolgd. Het verhaal van Hella is het verhaal van een verzetsstrijdster en dubbelspionne, die zich voor onmogelijke keuzes geplaatst zag, een groot aanpassingsvermogen had en die de wil om te overleven boven alles stelde.
Hella’s verhaal kan niet los worden gezien van de lotgevallen van haar, uit Leiden en Katwijk afkomstige, mede verzetsstrijders Derk van Lingen, Klaas den Dikken en Bauke Planjer, die door het verraad dat ook Hella trof in concentratiekampen in Duitsland terecht kwamen.
Wouter Kalkman (1961) is verbonden aan een advocatenkantoor en hoogleraar verzekeringsrecht. Naast juridische boeken en artikelen publiceerde hij over Constantijn Huygens en de Haagse orgelstrijd, over zijn overgrootmoeder Augusta Margaretha de Gerth en over de Russisch/Oekraïens/Oostenrijkse componist Sergei Bortkiewicz (1877-1952).