Margarethe baronesse van Uexküll Güldenband (1873-1970) werd geboren in Kowno, Litouwen als jongste van acht kinderen. Haar vader was opgeleid tot ingenieur aan de cadettenschool in Sint Petersburg. Hij diende onder verschillende tsaren, maar voornamelijk onder tsaar Nicolaas II. Hij had de taak verdedigingswerken te bouwen in steden gelegen in de Oostzeeprovincies Letland en Litouwen.
Omdat er in Riga geen fatsoenlijke opleiding voor meisjes was, en haar beide ouders gestorven waren, besloot ze op zeventienjarige leeftijd, zonder medeweten van haar voogden, zich aan te melden voor het gymnasium in Bern, Zwitserland. Met een diploma op zak schreef ze zich als derde vrouwelijke studente in aan de Polytechnische Hogeschool in Zürich. Tot haar verbazing bleek dit een broeinest van communisten uit Oost-Europa te zijn. Onder andere Vladimir Lenin behoorde hiertoe.
In het laboratorium ontmoette ze Albert Einstein, die nogal chaotisch was, maar uitblonk in het goochelen met getallen. Zijn latere vrouw Mileva Maric was haar huisgenote, een bescheiden vrouw, die volgens Einstein beter kon rekenen dan hijzelf. Ze behaalde haar doctoraat in de biologie in Zürich. Met een werkplek op zak bij professor dr. M. Treub, directeur van ’s-Lands Plantentuin in Buitenzorg, Indië, vertrok ze op een avontuurlijke bootreis van enkele weken.
In Buitenzorg genoot ze van expedities naar vulkanen, meren en oerbossen. Haar toekomstige echtgenoot, dr. Anton W. Nieuwenhuis, ontdekkingsreiziger op Borneo, ontmoette ze daar. Hij bracht plantenmateriaal naar Bogor, waarvan veel terug te vinden is in de Leidse musea Naturalis en het Wereldmuseum (Volkenkunde).
Na de benoeming van Anton tot hoogleraar in de etnologie in Leiden, vestigden zij zich daar. Naast de opvoeding van hun vier kinderen, zette zij zich in voor de vrouwenbeweging met o.a. Aletta Jacobs en was medeoprichter van de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht. Om haar wetenschappelijke werk voort te kunnen zetten, na een meningsverschil in de Leidse Hortus, kochten ze een eilandje in de Leidse buurt Vreewijk, waar in 1911 hun huis “Ons Eiland“ (het Kasteeltje) gebouwd werd.
Midden in de Eerste Wereldoorlog startte Margarethe ‘De Nederlandsche Centrale voor kinderen uit oorlogvoerende landen’ met als doel ondervoede kinderen uit oorlogvoerende landen naar Nederland te halen om aan te sterken. Het project gedragen door vrijwilligers slaagde erin ongeveer 60 000 kinderen in bijna 10 jaar tijd te helpen. Door haar werk voor de Centrale ontmoet ze vele beroemdheden, van wie enkele niet aan haar pen ontkomen.
Margarethe von Uexküll Güldenband was niet alleen een wetenschapper, maar ook sociaal geëngageerd en zette zich in voor humanitaire doelen en de verbetering van vrouwenrechten.
Redactie: Dit boek is tot stand gekomen onder redactie van de kleindochter van Margarethe, dr. M.J. (Marja) Herfst.
Zie ook: https://youtu.be/lw8Hb_YYChA?feature=shared